1. Waar ben je goed in?
Werkzoekers zijn blind voor waar nu juist zij goed in zijn. Ze ervaren het werk dat ze doen immers als ‘dat doe je toch gewoon’. Ze zijn ‘onbewust bekwaam’. Dit is wat ik herken bij iedereen die nieuw werk wil of moet veroveren. Vraag aan je referenten waarin zij jou vinden floreren. En als ze bijvoorbeeld zeggen: “Ik vind je klantgericht.”, vraag dan meteen om concrete voorbeelden van gedrag van jou waarin zij dat terugzagen komen. Hoe concreter hoe beter. Dat helpt je bij jouw zelfbeeld en daarmee in het beantwoorden van de vraag: voor welk werk ben ik de goede oplossing?.
2. Je curriculum vitae
Door het helder voor je ogen krijgen van je blinde vlekken in je vakmanschap kun je een beter cv maken. Uiteraard doe je dat samen. En door de concrete voorbeelden kun je nog beter je prestaties in je cv opnemen.
3. Je LinkedIn profiel
Je cv is de basis van je LinkedIn profiel, en ook daar telt: concrete resultaten in enkele seconden zichtbaar maken, zorgt ervoor dat jouw vakmanschap in één ogenblik tot zijn of haar recht komt.
4. Aanbevelingen op LinkedIn
Voordat je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, is je LinkedIn profiel bekeken door je mogelijk nieuwe werkgever. En die leest heel graag aanbevelingen van jouw vakmanschap. Profielen met aanbevelingen hebben positieve invloed op de vraagL “Wie willen we spreken?” dan profielen zonder aanbeveling. Vraag dus aan je referenten of zij ook in het openbaar een ‘goed woordje’ voor je willen doen, met concrete voorbeelden. Daarmee wordt LinkedIn je openbare getuigschrift.
5. Na het eerste sollicitatiegesprek.
Als de selecteurs een goede indruk van je hebben, willen ze die wellicht checken bij jouw huidige of vorige werkgevers. In het boek Jobmarketing 2.0 schrijf ik er dit over:
Dus benader je (mogelijke) referenten vanaf het moment dat je nieuw werk wilt vinden en realiseer je dat de mening van anderen over jou vele malen betrouwbaarder is dan wat je over jezelf vertelt!